Léon de Foere
Léon de Foere (°Tielt 1787, + Brugge 1851) werd priester gewijd in 1810. Als onderpastoor op de Sint-Annaparochie nam hij initiatieven om de armoede van grote delen van de bevolking te bestrijden onder andere door het oprichten van een kantschool en het ondersteunen van de congregatie van de Zusters van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart die zorgden voor onderricht aan jonge meisjes. In 1823 werd hij rector van het Engels Klooster in de Carmersstraat. de Foere was ook politiek actief, al vanaf 1815 als uitgever van Le Spectateur Belge, waarin hij voortdurend oppositie voerde tegen ‘de Nederlandse bezetter’. Hij werd lid van het Nationaal Congres in 1830 en behoorde tot de delegatie die in 1831 aan koning Leopold I in Londen de Belgische kroon ging aanbieden. Dat jaar werd hij verkozen tot volksvertegenwoordiger en bleef parlementslid tot 1848.
Vanaf 1833 was hij proost van de gilde. Hij voelde er zich goed thuis, hield er redevoeringen, schonk zijn portret, nam deel aan de schietingen en droeg missen op voor de confraters. De groeiende politieke aanwezigheid van liberalen maakte dat hij er zich steeds minder op zijn plaats voelde. In mei 1850, naar aanleiding van een gildefeest waarop enkele spotliederen over de kerk waren gezongen, nam hij ontslag. Hij was de laatste proost van de gilde. Ontfermde hij zich over de relieken van Sint-Sebastiaan toen hij de deur achter zich toe trok?